De ‘Duitsche dienstbode’ deel 3

De familie Van Wieringen
Willem van Wieringen werd op 14 mei 1898 geboren. In het gemeentelijke Haagse bevolkingsregister staat hij vermeld als handelsreiziger(1). Hij trouwde in 1921 met Wilhelmina Luzato die op 21 mei 1899 was geboren. Zij waren beiden joods. Ze kregen twee kinderen: Simon werd geboren op 22 februari 1923 en Eva op 29 juli 1924. Zoals al bleek woonden zij aan het Haagse Weteringplein. In 1930 vertrok het gezin naar de Weteringkade en in 1933 naar het adres Stevinstraat 284 in Scheveningen. Na de aanvang van de Tweede Wereldoorlog – en meer concreet in 1941 – was de woonsituatie en de opbouw van het gezin Van Wieringen nog steeds dezelfde(2).
De familie Fonteijn
Een ander joods gezin, de familie Fonteijn, woonde in de Middelburgsestraat 10 te Scheveningen. De vader Jacques Fonteijn werd op 17 oktober 1884 geboren. Als beroep wordt van hem vermeld dat hij handelaar in fietsen, en later reiziger was(3). Hij trouwde met Rozetta van Wieringen. Zij werd geboren op 18 maart 1893 en was de oudere zuster van de al genoemde Willem van Wieringen. Ze kregen twee zoons: Lehman Jacques, geboren op 30 januari 1915 en Simon, geboren op 1 oktober 1917(4). De zoons woonden niet meer bij de ouders thuis. Simon Fonteijn was op 25 april 1941 verhuisd naar Warmond en Lehman Jacques Fonteijn – Leo voor intimi – was in december 1941 vertrokken naar Amsterdam.
Indische jongen
Het gezin De Korver woonde in het vroegere Nederlands Indië. Zoals veel Nederlandse gezinnen die in Indië verbleven, leek het ook hen beter, de beide zoons hun studie te laten voortzetten in Nederland. Cees reisde al eerder af naar Nederland maar in 1938 brak ook voor Jan Willem de tijd aan om naar Nederland te gaan. Jan Willem, verder te noemen Jan, wilde marine-officier worden maar hij werd afgewezen. Hij koos toen bij de Technische Hogeschool te Delft voor de opleiding Mijnbouwkunde. Tijdens een stageperiode – ons land was inmiddels door de Duitsers bezet – werd Jan met enkele andere studenten aangehouden vanwege baldadigheden en daarvoor ook zwaar gestraft. Hen werd de verdere toegang tot de Hogeschool ontzegd. Jan moest daarom onder die omstandigheden gaan uitzien naar een baan. Door het ontbreken van contact met zijn ouders in Indië was financiële steun niet meer voorhanden. Hij vond werk bij het Bedrijfschap voor Zuivel waar hij Jan de Brabander ontmoette(5).
Jan de Brabander
Johannes Mattheus Hendrikus de Brabander werd geboren op 4 november 1917. Hij woonde met zijn ouders en zijn oudere broer in de Zwolsestraat 413 te Scheveningen. Jans vader was als politieman verbonden aan het politiebureau te Scheveningen. Jan doorliep de MULO en werd kantoorbediende. In 1939 tijdens de mobilisatie werd hij opgeroepen als dienstplichtige. Na de capitulatie ging hij aan het werk bij het Bedrijfschap voor Zuivel. Jan was als zeiler in die jaren bevriend met de zeilfanaat Simon Fonteijn en trok ook op met diens broer Leo. Jan de Korver sloot zich vervolgens bij het zeiltrio aan(6).
Raakvlakken?
Alhoewel de verschillende verbanden tussen gezinnen en personen thans duidelijk zijn, blijft het vaag of er destijds nog andere dan familiaire of vriendschappelijke raakvlakken waren. Terwijl enerzijds in bepaalde publicaties en citaten begrippen doorklinken als illegaliteit en spionage (7,8), toont anderzijds geen enkele naoorlogse getuigenis of naoorlogs verslag enig verband aan met illegaliteit of spionage(9). Het lijkt in elk geval niet van enig belang te zijn geweest. De Brabander spreekt in dit verband in een verklaring zelf van gewone kwajongensstreken(10). Uitsluitend de intentie om naar Engeland te vluchten – en dit voor een ieder op grond van eigen overwegingen – lijkt de band te zijn geweest die deze mannen met elkander heeft verbonden. Dit gezamenlijke verlangen heeft als een rode draad gelopen door datgene wat de betrokkenen begin 1942 zou overkomen. En binnen dat verlangen waren, zoals later zou blijken, Willem van Wieringen en Aalbert de Jong de sleutelfiguren.
De eerste contacten
Uit een eerdere verklaring viel op te maken dat er sprake was van een slechte relatie tussen Käthe en de Van Wieringens. Maar toch vond op een zeker tijdstip – zij het dan toevallig – een ontmoeting plaats tussen Willem van Wieringen en Aalbert de Jong. De mannen troffen elkaar in november 1941 in een winkel voor rookwaren in de Stevinstraat te Scheveningen(11). Het wekt hoe dan ook de schijn dat de verhoudingen tussen de families Van Wieringen en De Jong, althans naar buiten toe, niet geheel vertroebeld zijn geraakt. Bij de ontmoeting tussen de twee mannen lijken vervolgens meer dan alleen oppervlakkige zaken ter sprake te zijn gekomen. Het was 1941: de druk op de joodse gemeenschap in Nederland werd alsmaar groter. Dit raakte dus ook de joodse familie Van Wieringen en vermoedelijk is die problematiek in het gesprek van dat moment naar voren gekomen. Aalbert de Jong zou op zijn beurt toen vertrouwenwekkend hebben gezegd dat hij een communist was. Vertrouwenwekkend, want het communisme werd in die jaren door de Duitsers aangemerkt als zijnde zeer Deutschfeindlich.
Aalbert de Jong
Aalbert de Jong, inmiddels echtgenoot, vader van twee kinderen en daarbij wonend in de Haringstraat te Scheveningen, had zijn haringverkoop moeten staken. De Noordzeevisserij was door de – ook ter zee woedende – oorlog goeddeels stilgevallen want de vissersschepen werden door de Kriegsmarine gevorderd. En voor de overblijvenden was het vissen aan banden gelegd. Dit had direct ook de handel getroffen waarvan De Jong afhankelijk was. Hij werkte daarom sindsdien als grondarbeider op het vliegveld Ypenburg bij Rijswijk; dit was na de capitulatie door de Duitse Luftwaffe in gebruik genomen. Tijdens zijn werk leerde Aalbert daar een mede-grondarbeider kennen: Dirk Storm, een Scheveninger en evenals De Jong aldaar woonachtig. Als gevolg van hun reguliere werk op en rond het vliegveld fietsten de mannen dagelijks samen naar het werk en weer terug naar hun woonplaats.
Dirk Storm
Hij werd als het vierde kind van het gezin Storm geboren op 28 januari 1914 te Scheveningen(12). Dirk Storm woonde in de jaren veertig van de vorige eeuw nog steeds thuis bij zijn ouders: een pikant detail! Hun woonadres Loggerstraat 68 zou nog een kleine rol spelen bij gebeurtenissen die later gingen volgen. Storm gaf in een verklaring over zichzelf aan dat hij weliswaar een zeeman was maar dat hij vanaf 1940 niet meer had gevaren. Een kennis van hem gaf destijds een persoonsbeschrijving van Storm, dit als onderdeel van zijn verklaring(13). Hij vertelde dat Storm indertijd lid was van de N.S.B. Verder colporteerde hij met het door velen gehate blad Volk en Vaderland. Het door meerdere mensen geschetste beeld van Dirk Storm is nogal ongunstig; misschien speelde daarbij mee dat hij scheel was en dat hij een scheve nek had, iets wat zijn uiterlijk niet ten goede zal zijn gekomen.
Zeewaardig schip
Terug nu naar het gesprek dat Van Wieringen had met De Jong, de voormalige haringhandelaar. De eerste ging er van uit dat De Jong als Scheveninger vast wel contacten had met een plaatselijke scheepseigenaar. Hij vertelde De Jong in vertrouwen dat hij zocht naar iemand die op korte termijn een zeewaardig schip beschikbaar had want hij wilde met elf anderen uitwijken naar Engeland en dit het liefst vanuit Scheveningen. De Jong gaf aan hiervoor ook wel te voelen daar het hem in het bezette Nederland als communist wat heet onder de voeten werd. En ja, hij kende wel een scheepseigenaar die hem wilde helpen. Van Wieringen zou van hem horen en na deze belofte namen de mannen afscheid. De Jong vertelde het gesprek door aan Storm. In een verslag van een naoorlogs verhoor van Storm leest men daar gedetailleerd over(14). Hij schetst de kennismaking met De Jong, hun dagelijkse ritten per fiets en tot slot de vraag of Storm hem wilde helpen ‘die joden aan de Duitschers over te leveren’. De avond daaropvolgend werd de zaak bij De Jong thuis nader besproken. Het eerst nog sluimerende verraad sloop nu naderbij: de tot dan toe verborgen haat van Käthe jegens de familie Van Wieringen kreeg vaste vormen in de personen van De Jong en Storm. De wegen gingen vanaf nu onafwendbaar uiteen: Van Wieringen, vol vertrouwen, lichtte zijn vrienden in en De Jong, kwaad van zin, vervolgens de zijne.
Twee rechercheurs
Het is niet duidelijk hoe de lijnen zijn verlopen. Heeft Käthe de Jong-Weiss, Duitse van origine, zélf contact gezocht met de Duitse Sicherheitspolizei of is haar man de aanjager geweest van het latere verraad? Mocht het inderdaad De Jong zijn geweest dan zal hij zich eerder tot de Haagse politie hebben gewend dan tot de Duitse. Daarbij zal De Jongs melding zijn terechtgekomen bij een bepaald onderdeel van het Haagse politiekorps, de zogeheten Documentatiedienst. In een boek over Den Haag in de oorlogsjaren geeft de auteur Bart van der Boom een helder beeld van het plaatselijke politieapparaat van die tijd(15). Uit zijn beschrijving komt naar voren dat de politieke recherche al vóór de oorlog was opgegaan in deze Documentatiedienst. Het ligt voor de hand dat diegenen die in die jaren binnen deze Dienst functioneerden ongetwijfeld Duitsgezind waren. In het genoemde boek van Van der Boom treft men de namen aan van de twee rechercheurs die – zij het in tweede instantie – ook bij het verraad van Van Wieringen c.s. een rol zouden spelen, te weten Slagter en Poos. Leo Poos en Marten Slagter hadden geen van beiden tussentijds veel promotie gemaakt maar in de loop van de Tweede Wereldoorlog kwamen zij tot een voor hen ongekend hoog niveau. Slagter werd uiteindelijk Inspecteur 1e Klasse der Staatsrecherche en Oberleutnant der Schutzpolizei der Reserve en Poos bekleedde op datzelfde tijdstip de rang van Kapitein der Staatspolitie. Maar eind 1941 raakten zij, toen nog als ‘gewone’ rechercheurs van de Documentatiedienst van de Haagse Politie, betrokken bij de val die voor de twaalf toekomstige Engelandvaarders was opgezet. Verklaringen van de bij het verraad betrokkenen, Aalbert De Jong(16), Dirk Storm(17), Marten Slagter(18), Leo Poos(19), Jan Vietor, Brigadier van Politie(20) en Kurt Bläse, Kriminalobersekretär bij de Reichskriminalpolizei(21) maken niet duidelijk wie de aanzet tot het verraad heeft gegeven. Wel wordt duidelijk dat Slagter en Poos zélf in deze zaak beslist niet op zoek zijn geweest naar de betrokken aspirant-Engelandvaarders. Zij zijn uitsluitend door De Jong of door zijn echtgenote op het spoor gezet en zij kregen de zaak op een presenteerblaadje aangeboden.
De ‘Engelandvaarders’
Jan de Brabander overleefde het verraad en noemde in juni 1945 in een getuigenverklaring de bij het vluchtplan betrokkenen, te weten: Willem van Wieringen, zijn zoon Simon, zijn neefs Leo en Simon Fonteijn, De Brabander zelf, de tweede overlevende Jan de Korver en een door De Brabander als F. van Beek aangeduide man. Verder de vier niet nader te traceren A. Levie, A. Zeeman, Eddie Diamant en een persoon die wordt aangeduid als een ‘Roemeensche Jood’. En tot slot nog een zekere A. Groen die in werkelijkheid Jacob Cohen bleek te heten; daarover zo dadelijk meer. De laatstgenoemde zes mannen waren, evenals de Van Wieringens en de broers Fonteijn, allen van joodsen bloede(22). Een in 1998 verschenen boek(23) meldt in een hoofdstuk over het verraad dat de vrouw van Willem van Wieringen als meevarende óók op het ‘vluchtschip’ aanwezig zou zijn geweest. Haar schoonzuster, mevrouw Fonteijn-van Wieringen, samen met haar man overlevende van de Tweede Wereldoorlog, gaf echter in een naoorlogse getuigenverklaring aan dat zij op 4 januari 1942 om 23.00 uur – rond het tijdstip van de ontknoping van het verraad aan de haven – naar de Stevinstraat was gegaan om met mevrouw Van Wieringen nog iets te bespreken. De auteurs van het boek lijken een tekstgedeelte uit een egodocument van Jan de Brabander verkeerd te hebben geïnterpreteerd(24).
Meerdere afwijkingen
De opsomming van namen, voorkomend in een door De Brabander afgelegde getuigenis, legt enkele opmerkelijke afwijkingen bloot. De bronnen die deze afwijkingen signaleren moeten als betrouwbaar worden aangemerkt(25,26). De al genoemde, maar naar hier blijkt vermeende, aspirant-Engelandvaarder A. Groen, alias voor Jacob Cohen, werd namelijk enkele dagen na 4 januari 1942 – de nacht waarop de aspirant-Engelandvaarders aan boord werden gearresteerd – aangehouden in een woning in de Haagse Vogelwijk. Hij kan dus niet aan boord van het ‘vluchtschip’ zijn geweest en dus was er één man minder op het schip. Vervolgens blijkt uit weer een andere bron, dat zich op het ‘vluchtschip’ bij de arrestatie iemand heeft bevonden die niet door andere ‘vluchters’ is genoemd maar die wél aan boord was. De toen 30-jarige Philip Beek, ook van joodsen bloede, was stellig een op het ‘vluchtschip’ aanwezige deelnemer die wenste over te steken. De verklaring is afkomstig van de moeder van de broers Fonteijn. Zij was er daarom zo van overtuigd, omdat zij Philip Beek kende als zijnde een neef van haar man. En aldus waren er bij de aanhouding – en zulks exclusief Groen maar inclusief Beek – toch twaalf ‘vluchters’ op het schip aanwezig.
Voorafgaande samenkomsten
Er zijn voorafgaand aan de beoogde vlucht verschillende bijeenkomsten geweest. Dit wordt duidelijk uit getuigenverklaringen die tussen 1945 en 1947 tijdens de diverse verhoren zijn afgelegd. De broers Fonteijn waren verloofd en hun beider verloofden vertelden na de oorlog over door hen bijgewoonde bijeenkomsten. Een hunner, de toen 28-jarige Maria van der Veer, verklaarde dat zij verloofd was geweest met Leo Fonteijn en dat zij ten huize van Van Wieringen een onderhoud had bijgewoond tussen de direct betrokkenen en De Jong en Storm(27). Ook de toen 30-jarige Lucy Breslau, destijds de verloofde van Simon Fonteijn, verklaarde bij zo’n onderhoud aanwezig te zijn geweest. Daarbij had De Jong nog vol grootspraak meegedeeld dat het schip wel plaats bood aan een vijftigtal mensen(28): Ook thuis bij de ouders van Jan de Brabander vond een bespreking plaats en wel op zaterdag 3 januari. In een verklaring geeft Jans vader, Hendricus de Brabander, aan dat De Jong en Storm hadden gezegd, zelf als bemanningsleden mee te varen. Naar hun zeggen zou het schip die zelfde (zaterdag)avond in de Scheveningse haven aankomen Het werd echter een ieder streng verboden, het schip te bekijken(29). Noten ________________________ 01 Toenmalige aanduiding van een vertegenwoordiger. 02 H.G.A. Gemeentelijke registers Burg. Stand. 03 Zie onder noot 1. 04 Zie onder noot 2. 05 Bandopname mevr. wed. A. E. de Korver-Versteeg dd. 07.02.2011. 06 Bandopname mevr. A.J. Havenstroom-de Brabander dd. 14.02.2011. 07 Doodenboek Oranjehotel 1940-1945. 08 Vrijheid achter de horizon (1998), Jan Bruin en Jan van der Werff. 09 N.A. Inv.nr. 89691. (CABR). Dossier 10869. Diverse getuigenissen en getuigenverklaringen. 10 Verklaring J.M.H. de Brabander t.b.v. Pensioenraad dd. 14-09-1964. I.b.v. mevr. Y. Havenstroom-de Brabander. 11 N.A. Inv.nr. 71040. (CABR 1945-1952) m.b.t. Aalbert de Jong. Eidesstattliche Erklaerung. 12 Zie onder noot 2. 13 N.A. Inv.nr. 89691. (CABR). Dossier 10869. Getuigenverklaring L.D. Spaans. 14 N.A. Inv.nr. 89691. (CABR). Dossier 10869. Verhoor D. Storm. 15 Den Haag in de Tweede Wereldoorlog (1995), Bart van der Boom, blz. 71-108. 16 Zie onder noot 11. 17 Zie onder noot 11. 18 N.A. Inv.nr. 89691. (CABR). Dossier 10869. Tweede gedeelte (Vervolg P.V.). Verhoor M. Slagter. 19 N.A. Inv.nr. 89691. (CABR). Dossier 10869. Tweede gedeelte (Vervolg P.V.). Verhoor L. Poos. 20 N.A. Inv.nr. 89691. (CABR). Dossier 10869. Tweede gedeelte (Vervolg P.V.). Verhoor J. Vietor. 21 N.A. Inv.nr. 89691. (CABR). Dossier 10869. Tweede gedeelte (Vervolg P.V.). Verhoor K. Bläse. 22 N.A. Inv.nr. 89691. (CABR). Dossier 10869. Getuigenverklaring J.M.H. de Brabander. 23 Zie onder noot 8. 24 Egodocument J.M.H. de Brabander dd. 12 mei; jaartal ontbreekt. I.b.v. mevr. Y. Havenstroom-de Brabander. 25 N.A. Inv.nr. 71040. (CABR). Dossier 10869. Getuigenverklaring C. Graafland-Withagen. 26 N.A. Inv.nr. 71040. (CABR). Dossier 10869. Getuigenverklaring R. Fonteijn-van Wieringen. 27 N.A. Inv.nr. 89691. (CABR). Dossier 10869. Getuigenverklaring M. van der Veer. 28 N.A. Inv.nr. 89691. (CABR). Dossier 10869. Getuigenverklaring L.A. Breslau. 29 N.A. Inv.nr. 89691. (CABR). Dossier 10869. Getuigenverklaring H.S.P de Brabander.
© Piet Spaans 2011 historisch publicist en auteur Den Haag Holland http://nl.wikipedia.org/wiki/Piet_Spaans
<< Vorige Volgende >>
...home Geplaatst op 16-04-2012 en 1848 keer gelezen Like dit 994 Liked