Het verhaal van een toekomstig zeeman. deel 5

Trawler koks zijn een apart ras. Hun werkplaats aan boord is de kombuis, half zo groot als een burgerlijke keuken. Vanuit deze plaats produceert hij verwonderlijk, drie maaltijden per dag, voor twintig hongerige en vragende mannen en vaak nog onder zeer moeilijke omstandigheden, wat je niet kunt voorstellen. Bij slecht weer wordt het schip heen en weer gesmeten, maar er is altijd een warme maaltijd op de tafel. De marconist of “sparks “ zoals ze ook vaak worden genoemd, kwam uit Manchester en was ongeveer van mijn leeftijd. ( Ik was 21 ). Het was zijn eerste reis op een trawler. Hij vertelde dat hij al drie jaar gevaren had bij de koopvaardij en had reizen gemaakt van 6 maanden aan boord van tankers.. Hij was net getrouwd en wilde nu meer thuis zijn. De gemiddelde reisduur van de diepzee trawlers was ongeveer drie weken, met een drie dagen verlof tussen de reizen.. En hij was hier gekomen omdat de reizen korter waren en hij kon nu tenminste eens in de drie weken zijn vrouw zien, De tweede dag van onze reis was een Zaterdag. Rond thee tijd zaten we gezamenlijk in de messroom aan de maaltijd, toen de schipper binnen kwam stappen en tegen de marconist begon te schelden........Hoe kom je er bij om een bad te nemen ? Hij antwoordde... Ik ben gewend om altijd op Zaterdag een bad te nemen. De schipper was witheet en werd razend....Op dit schip kan je een bad nemen als we de thuishaven binnen lopen, mits er nog voldoende drinkwater overgebleven is..... en niet eerder. Hij gaf hem met recht een uitbrander voor het gebruik van drinkwater, wat altijd schaars was aan boord van een klein schip. Na drie dagen noordwaarts stomen, kwamen we op de IJslandse visgronden. Ik had al bemerkt dat de dagen steeds korter werden en nu hadden we nog maar weinig daglicht. Er waren nog een paar uur van wat schemering rond de middag, maar de rest van de tijd was het donker. Nu begon het echte werk. Als de matrozen kwamen aan dek en maakten de trawl klaar om uit te zetten, De trawl bestaat uit het net zelf, met inbegrip van de kuil, stalen bobines om het net over de zeebodem de begeleiden en de twee visborden van ijzer en hout. Alles bij elkaar een gewicht van twee ton. Aan boord van het schip liep alles weer volgens de regels. De trawl was uitgezet en zou twee tot drie uur worden voort gesleept, waarna het net weer werd scheep gehaald. De vangst zit dan in de kuil. De kuil wordt geleegd in de krebbe aan dek en de trawl wordt weer uitgezet. Hierna wordt de vis gesorteerd en gestript en in het visruim opgeslagen. Tegen de tijd dat dit was gebeurd, was het weer tijd om te halen en begon de routine opnieuw. Dit gaat non- stop, dag en nacht en ongeveer gedurende 14 dagen door, ondanks de slechtste weersomstandigheden. Temperaturen van min 20 graden waren normaal en soms wel eens lager dan min 40 graden. De werkdagen van de matrozen bestond uit 18 uur werk aan dek. Gedurende de 6 uur af, moet hij zijn maaltijden gebruiken, zodat er weinig tijd meer overbleef om te rusten, Een 18 urige werkdag op een open dek bij vries temperaturen, zware zeegang met soms stormachtiger windkracht, een zware uitrusting bedienend, strippen met een scherp mes en in de meeste tijd in het donker, maakte dit tot een van de gevaarlijkste banen ter wereld. Ik kwam er heel snel achter, dat deze mensen het grootste respect verdienden. Ongelukkigerwijs, werden zij nooit geëerd met het respect van de eigenaars. Zij werden behandeld als gewone arbeidskrachten. Als de reis was afgelopen, waren zij weer werkeloos, tot op het moment dat zij weer aanmonsterden. Als je in de zomer een reis thuis bleef, was er geen vakantie toeslag. Er was niet zo iets als een vaste aanstelling.. Sommige van hen, werkten al 20 jaar voor de rederij Marr, maar zij waren nog steeds losse arbeiders. Als de schipper jou niet aan stond, door wat voor oorzaak ook, kon je aan het eind van de reis ontslagen worden. Als je wat moeilijkheden veroorzaakte, kon je worden buiten gesloten , wat betekend, dat je op de zwarte lijst werd geplaatst en wat vaak nog openbaar werd gepubliceerd bij andere rederijen.. Dat betekende dat je nergens in de haven een baan kon vinden, niet alleen op zee, want de trawler eigenaars beheerden ook de aanverwante arbeid voorzieningen.. Toen de visserij industrie in de late zeventiger jaren moest inkrimpen...., hier voor waren verschillende oorzaken ,..... maar de hoofd oorzaak was de hebzucht van de trawler eigenaars., Hun hoofd doel was winst en niet de voortzetting van het bedrijf. Toen de vis voorraden kleiner werden en trawlers werden opgelegd en de mensen ontslag kregen, werden de reders ruimschoots betaald met ontmanteling subsidies. Maar er waren geen ontslag compensaties voor de visserlui. Als de trawlerlui om ontslag compensatie vroegen, werd hun verteld dat zij hierop geen recht hadden. Zij waren slechts “losse arbeiders “ De manier waarop zij werden behandeld was beklagenswaardig en schandalig. De machine kamer wachten werden ook routine. Bij het uitzetten waren de orders.. Dek verlichting aan en start de winch motor. De winch motor was bijna net zo groot als de hoofd motor. Het dreef de trawl winch aan, bij het uitzetten en bij het halen van het trawlnet. Bij extreem lage temperaturen, bleef de winch motor constant draaien, als de trawl was uitgezet. De winch werd dan draaiende gehouden om bevriezing te voorkomen. Al we vissende waren, draaide de hoofd motor op halve kracht. Als de trawl vast liep op een obstakel volgde de order ...stop.. en zelf.. achteruit.. Je moest hier wel vlug op reageren. Als de trawl vast liep, kwam er een enorme spanning te staan op de vislijnen ( 3 inch staal kabels ) die het net over de bodem voort sleepte. Als een vislijn brak, kon de terugslag ernstige verwonding veroorzaken aan iedereen die maar in de buurt was. Het kon zelfs een man in tweeën slaan. Als de telegraaf op stop werd gezet tijdens het vissen, moest je wel heel vlug reageren om de hoofd motor stop te zetten. Ik heb het de 2e machinist diverse keren zien doen. Het was dan een zaak, van wie is er het eerste bij het controle paneel. De meeste dingen die tijdens een machine kamer wacht gedaan moesten worden, was routine. Als er gehaald werd, stuurde de 2e machinist mij naar boven on te kijken hoe de vangst was. Ik moest dan wel aan de deklui vragen, maar ik leerde het ook al spoedig zelf te schatten. Ik vertelde hem dan,,, Vijf manden kabeljauw, wat heilbot en wat koolvis, waarop hij dan antwoordde.... Prachtig. Op een andere keer gaf ik hem ongeveer dezelfde schatting en was het antwoord....... Is dat alles, ....De luie donders,.... ik zou ze aan het eind van de reis de zak geven. Het was ook mijn taak om voor thee te zorgen. Tijdens de nacht , als de kok geen dienst had, stonden er altijd twee grote ketels met kokend water op de kombuis kachel en je kon dus op ieder ogenblik een pot thee maken. Ik ging op een keer naar de kombuis om een pot thee te zetten en ik kan me nog herinneren dat ik uit de patrijspoort keek. Het was rustig weer en de zee was als een spiegel, het schip voer rustig, wat in feiten ongewoon was. Ik zag een grote wolk in de lucht, in de vorm van een hoefijzer en verder was het pik donker, Deze wolk echter gloeide met een diep rode kleur en toen ik stond te kijken veranderde het in helder geel. Het reflecteerde op de zee en ik keek er met verbazing naar, zonder te weten wat het was. Tegen de tijd dat ik terug ging met de thee, was de thee reeds koud en werd ik uitgefoeterd. Ik vertelde met verbazing ( en naïef )...... Er was een vreemde wolk buiten in de lucht en toen ik er naar keek veranderde het van kleur. Hij barstte in lachen uit. Jij stomme kl...zak, dat is het Noorderlicht, ....als je hier langer bent ....zal je er wel aan gewend raken. Ik herinner me ook nog een andere keer dat ik thee moest zetten tijdens de wacht. Maar deze keer slingerde en stampte het schip en werd in de oceaan rond gesmeten. Een van de matrozen vertelde mij dat er windkracht acht stond, wat zware storm betekende, maar het schip viste nog steeds normaal door. De twee ketels op de kombuis kachel waren zeevast gezet met slingerlatten, maar toch moest je nog voorzichtig zijn. Ik nam een slingerlat weg van een ketel en vulde de theepot, vulde de ketel weer en zette hem weer vast met de slingerlat. Ik was net over de waterkering gestapt in het gangpad, toen het schip een enorme omhaal maakte, alsof we tegen een een muur waren gevaren. De twee ketels werden uit de slinger latten gerukt en door de kombuis gesmeten, tegen de zijwand. Een paar seconden eerder en ik zou ernstig verbrand zijn geweest. Of buiten westen zijn geslagen door de zware stalen ketel. Zelf een kopje thee zetten kon levens gevaarlijk zijn op een diepzee trawler. Na iedere tweede wacht, had ik ongeveer uur werk aan dek te doen. Alle werktuigen en geleide schijven moesten worden ingevet en waar nodig reparaties worden uitgevoerd. Dat moest iedere dag worden gedaan. Je moest de winch en de schijven smeren als het schip viste en de trawl buiten boord was. Dat betekende ook dat je dan dicht bij de vislijnen, ook werkzaamheden moest verrichten. Terwijl het schip viste, stonden de vislijnen zo strak als stalen staven Het was angst aanjagend om het op je gemak te doen. De trawl werd gevierd en begeleid over de zijde van het schip door twee galgen, één op het voorschip en één achter op. En beiden hadden schijven die gesmeerd moesten worden. De galg die achterop stond was makkelijk genoeg en kon vanaf het dek bereikt worden. Wordt vervolgd. Vreemdeling
<< Vorige Volgende >>
...home Geplaatst op 18-08-2014 en 1566 keer gelezen Like dit 951 Liked