Hartelijk dank voor u like, dit is een ode aan de acteur
De Zeearend tijdens de proefvaart in november 1962
In visserijkringen werd het vóór die tijd als een ernstig gemis gevoelt, dat het visserijonderwijs zijn leerlingen niet de gelegenheid kon bieden de voor de visser van belang zijnde vaardigheden, op zee te beoefenen. Vaardigheden die nu eenmaal niet op de schoolbanken konden worden geleerd, zoals bijvoorbeeld het navigeren en het uitzetten en inhalen van de netten.
Blaren van het bikken en tjetten.
Een week later vond voor een zeer groot gezelschap genodigden, onder wie tal van reders uit Scheveningen en Katwijk, belangrijke figuren uit het visserijbedrijf en vertegenwoordigers van gemeente en Ministerie, op de boetzolder van de Scheveningse Visserijschool de officiële overdracht plaats. In zijn welkomstwoord verklaarde de directeur van de visserijschool, de heer Bentveld, dat dit een gedenkwaardige dag was speciaal voor de secretaris van de redersvereniging ,, Scheveningen " , de heer Jac. Den Dulk, die zich er zeer voor heeft ingezet dat er voor de visserij een oefenschip zou komen.
,, Zelf ben ik ", zo zei de heer Bentveld, ,,ontzettend blij met dit schip,
temeer daar het met de vleetvisserij teneinde loopt en er overwegend met de trawl zal worden gevist. De school is er voor het theoretisch onderwijs en het is mijn ervaring dat de aanstaande vissers meer praktijk-mensen zijn dan theoretici. De Zeearend biedt hun de gelegenheid om wat zij hebben geleerd in de praktijk te brengen" waren de woorden van de heer Bentveld.
Schipper Maarten Taal bedankte op kernachtige manier de mensen die vanaf het eerste uur zich hadden ingezet voor de tot standkoming van het oefenschip, ,,We zullen ons best doen van onze jongens beste zeelui en vakbekwame vissers te maken…, aldus schipper Taal.
Tot slot sprak de heer Bentveld een dankwoord uit aan de Sleephelling maatschappij Scheveningen voor de voorbeeldige wijze waarop het schip was omgebouwd. In het schip bevond zich een leslokaal voor 36 leerlingen en voorin waren 12 kooien. De brug was voorzien van de modernste apparatuur als Decca-navigator, trackplotter, echolood en radiotelefonie. Na het officiële gedeelte brachten de genodigden een bezoek aan de Zeearend, die er feestelijk versierd bij lag. Leerlingen van de Scheveningse en Katwijkse visserijschool stonden aangetreden in het gelid toen de genodigden aan boord kwamen.
Binnenhalen van het net is achter de schoolbanken niet te leren
Er werd met de trawl gevist, met netten die onder leiding van de heer Oosterbaan door de leerlingen zelf waren gebreid. Meestal viste men vanaf de Waterweg, met de eb-stroom mee tot voorbij Scheveningen. Er was niet veel tijd om te vissen dus meestal werden er maar drie trekken gedaan.
De leerlingen kregen altijd een ,, zooitje " vis mee en de rest werd de volgende dag in de visafslag verkocht.
Aan boord werden de leerlingen in ploegen verdeeld, de ene ploeg was op de brug bezig met het navigeren, de andere ploeg hield zich bezig met uitzetten en inhalen van het visnet.
Twee jongens werden aangewezen als ,, zeuntje ", zij waren verantwoordelijk voor de inwendige mens. Een bakkie zetten en vis bakken waren de vaste taken van deze leerlingen. Het was niet altijd even comfortabel aan boord.
Het harde leven van een visserman was dan ook totaal anders dan het vak leren vanuit de schoolbanken. De Zeearend was, door dat het weinig lading aan boord had, een echte slingerbak. Zee zieke leerlingen kwamen dan ook regelmatig voor.
De strenge winters van 62 en 63, kou en ellende
Daarnaast was de strenge winter van 63 en 64 niet echt een makkelijke periode. In die tijd werd aardig wat rondvis gevangen die gestript moesten worden. Een vaste opmerking van de Katwijkse stuurman Guijt, was in die tijd…..kom jongens strip een beetje door…, waarop werd geantwoord….maar ik heb zulke kouwe handen, ze tintelen…De reactie van de stuurman was dan steevast……als je harderstript worden ze vanzelf warm….
Later, toen ik ging varen kwam ik erachter dat het écht zo is. Maar ja dat wist ik toen nog niet, in de ijzige kou heeft dan ook menige jongen van rond de twaalf jaar, met tranen in de ogen enorm afgezien en zich afgevraagd of dit nou wel het vak was wat hij zo graag wilde.
Een paar keer heeft de Zeearend met de vleet gevist. Met door Scheveningse reders beschikbaar gestelde netten, blazen en overige voor deze visserij benodigde spullen werd in november het leren vissen met vleet beoefend.
In deze periode van het jaar visten de vleetloggers vlak onder de Hollandse kust. De Zeearend viste dan 's ochtends met de trawl en halverwege de middag werd de vleet klaar gemaakt, waarna het om vijf uur "schot is te boord" was. In de regel werd er met 30 netten gevist. Om 12 uur 's nachts werd de vleet binnen gehaald. In die paar reizen die gemaakt zijn hebben de meeste leerlingen weinig haring gezien. Een enkele keer werd er 15 kantjes gevangen. Deze haring werd de volgende dag als ,, verse haring " , (kaken was er dus niet bij), aan de afslag gebracht. Waarschijnlijk waren de reders wel te porren voor een dergelijke constructie, waarbij eigenlijk dag en nacht gevist kon worden. Voor de leerlingen was het een hele ervaring.
Wanneer de vleet was geschoten moest men naar kooi, want in de nacht moest de vleet binnengehaald worden door de leerlingen. Natuurlijk kwam daar weinig van terecht, het keet schoppen met elkaar in het voorin was dan ook schering en inslag. Van slapen kwam dus weinig. Gevolg was natuurlijk dat s'nachts de meesten de ogen niet open konden houden. Tijdens het thuisstomen werd, geheel volgens de regels het vleetje ,, overgehaald ", dat wil zeggen dat de netten schoon werden opgeborgen. De meeste leerlingen stonden dan slaapdronken in de lucht te graaien en waren nauwelijks aanspreekbaar. Als dat klaar was, zochten de meesten slaapdronken hun kooi op en kon je een speld horen vallen. Snurken kwam op deze jonge leeftijd nog niet veel voor.
Duidelijke regels met betrekking tot kleding.
Alle klassen stonden netjes in het gelid en na de kreten…rechts richten , geef acht en op de plaats rust….werden de namen opgenoemd, waarop een duidelijk '' aanwezig'' diende te volgen. Zo was het verplicht om de schoollessen in een blauwe overal te volgen en op de Zeearend was een bruine kiel en blauwe werkbroek vereist.
Het was de tijd van de nozems en de beatmuziek, de beginperiode van de Beatles en de Rolling Stones. Lang haar en een eigen stijl van kleding deden hun intrede. Het was dan ook niet verwonderlijk dat een aantal leerlingen met lang haar en een rooie in plaats van een blauwe kiel aan boord van de Zeearend verschenen. Schipper Maarten Taal vond dat maar niets en dan kon het voorkomen dat je voor straf niet mee mocht,….je ziet er niet visnamig uit…werd dan als reden opgegeven
Naast de dagtochten zijn er ook een aantal weektochten gemaakt, zo zijn er reizen gemaakt naar Londen, Oostende, Zeeland en Urk. Tijdens de tocht naar Zeeland gingen we onder de Zeeland brug door, het was kiele,kiele of we eronder door konden. Het zou net aan kunnen, maar dat bleek dus niet zo te zijn. Het topje van de voormast, wat de kloot werd genoemd brak af en viel met een klap op dek. Uit voorzorg was iedereen benedendeks gestuurd. Ik had het geluk dat ik voor straf was opgesloten in het reep ruim, door de deksel weg te halen zag ik de kloot sneuvelen. In een gesprek , via Scheveningen Radio met directeur Bentveld zei Maarten Taal, op z'n Schevenings, dat hij ,,zijn kloot had verspeeld,,
Er bestond een grote rivaliteit tussen de Katwijkse en Scheveningse leerlingen. Tenslotte waren het maar Kattekers en andersom Scheveningers.
Naast de inzet voor de visserijscholen werd de Zeearend ook gebruikt voor de opleiding voor stuurman en motordrijver, gedurende de wintermaanden werden regelmatig tochten gemaakt voor deze leerlingen.
Ook de stuurmanschool maakte gebruik van de Zeearend
De Zeearend werd weer terug gebracht in zijn oorspronkelijke staat.
Na de tijd van de Zeearend, werd het gewoon dat bemanningen van visserschepen uit zowel Scheveningers als Katwijkers bestonden. Zelf kwam ik in 1965 terecht op de KW 159 Marian Ellen onder een Scheveningse schipper Teun van der Oever (de Sack). De helft van de bemanning uit Scheveningers bestond en de andere uit Katwijkers. Het was mijn fijnste tijd op de visserij en ik heb daar aan boord vreselijk gelachen.
Menig oud leerling zal met plezier terug kijken op de tijd die op de Zeearend
is doorgebracht.
Het mooiste moment was toch altijd weer het binnenvaren.
Sommige zijn nog steeds actief op de visserij of in aanverwante bedrijven, veel van de oud
leerlingen zijn inmiddels gestopt met varen en zijn bij de PTT, HTM of andere vervoersbedrijven terecht gekomen. Daarnaast waren er leerlingen die na hun ervaringen aan boord van de Zeearend tot de conclussie zijn gekomen dat het varen toch niks voor hen was
Schipper Maarten Taal, in 1963 te midden van zijn leerlingen,
links boven stuurman Guijt uit Katwijk en daarnaast meester de Bruijn.
Foto's beschikbaar gesteld door Aad enWil den Dulk (Taal)
door Mink Kuijt
Like dit 1706 Liked