Deel 1
Deel 2
De Trawler Arctic Viking.
in 2 delen
Bij het uitbreken van W.O. 2 in 1939, werd de trawler Arctic Viking gevorderd om werk uit te voeren voor de Engels Marine Patrouille Diensten.
Gedurende de oorlog, in Mei 1942, . werd zij tot zinken gebracht bij vijandelijke acties in het Engelse Kanaal.
Later werd zij gelicht en in 1947 herbouwd in West Hartlepol, door de firma William Gray en Co.
Gedurende haar hele carrière was zij het eigendom en viste zij voor de Boyd Line Ltd. uit Hull
De dag dat het geluk van de Viking ophield.
De Artic Viking verliet het St,Andrew dok in Hull op 27 September 1961, voor wat haar laatste reis zou zijn
Zij stond onder commando van schipper Philips Garner, wat een ervaren zeeman was.
Zij stoomden naar de noord kust van Noorwegen en had een bemanning van 20 koppen aan boord.
Op de 12e Oktober 1961 vertrok de Boyd Line trawler Artic Viking van de visgronden bij de noord kust van Noorwegen ,om aan haar terug reis te beginnen naar de thuishaven Hull.
Zij had een behoorlijke vangst aan boord van ongeveer 95 ton of 1500 kits, van hoofdzakelijk los gestorte vis in de keeën.
De derde hand,* J Kiel was in Hammerfest in Noorwegen aan wal gezet met hoofd letsels, opgelopen bij een ongeluk op zee.
In de vroege uren van de 18e Oktober 1961, toen her schip thuis stomend was., passeerde zij Flamborough Head en er was niets bijzonders aan de hand.
De trim of de stabiliteit van het schip was het enige, wat zorg kon veroorzaken voor de bemanning op wacht.. Terwijl zij een koers ZZW stuurde met de wind uit NNW, helde het schip zo zwaar over bakboord, dat zij het bakboord gedeelte van het dek onder water zette.
Het schip had op dat moment een slagzij van 20 graden tot het water weer wegspoelde door de lens poorten.
De snelheid van het schip werd verminderd en correctie in de roer behandelingen werden uitgevoerd en het schip keerde bijna op hetzelfde moment terug naar haar oorspronkelijke staat.
Tussen 04.00 u en 08.00 u. terwijl zij een Z ten W koers voor lag en de zee in kwam van een meer noordelijke richting, helde het schip op een of twee ogenblikken, over bakboord . De schipper die op wacht was op de brug bij deze opvolgende voorvallen verminderde de snelheid van vol vooruit naar halve kracht en draaide het schip 3 of 4 streken in de wind.
Bij iedere gelegenheid richtte zij zich zelf weer op en stoomde zij normaal door, als zij weer terug gebracht werd naar haar oorspronkelijke koers van Zuid ten Westen.
- 1.
Net voor 08.30 uur stopte de schipper het schip gedurende een paar minuten. om een pijp vast te zetten, wat de mogelijkheid gaf om zeewater als ballast in de stuurboord brandstof tank te pompen, om de lichte slagzij die her schip had, over stuurboord te corrigeren en die was toegenomen omdat brandstof was gebruikt uit de stuurboord tank, waar al de resterende brandstof in was opgeslagen. Toen dit was gebeurd, belde de schipper voor volle kracht en bracht het schip weer terug op de koers Zuid ten Westen.
Korte tijd later werd de Artic Viking getroffen door twee stortzeeën die het schip juist achter de brug troffen, de een na de ander en de trawler kreeg slagzij wat zich steeds vermeerderde, totdat zij kapseisde.
Er werd een verhaal verteld dat er huizen hoge golven waren.
David Cressey stond aan het roer toen het schip werd getroffen door de eerste golf.
De trawler draaide langzaam van haar koers af en ik bracht haar weer terug op koers. Toen trof een tweede stortzee de Artic Viking net achter de brug.
Zij begon slagzij over bakboord te maken en kort hierna weigerde het schip naar haar roer te luisteren.
De schipper verklaarde dat hij een enorme hoeveelheid water zag , wat steeds van de bakboord zijde over kwam.
En er kwam steeds meer water over en iedere keer als dat gebeurde, ging het schip meer overhellen.
Ik voelde helemaal geen schok en onze schoorsteen en mast verdwenen plotseling in het water.
De stuurman en een van de bemanningsleden maakten het enige opblaasbare vlot los, wat we los konden krijgen. Enige leden van de bemanning hadden de mogelijkheid om in het vlot klimmen, maar de anderen hadden geen kans. De stuurman en ik sprongen in de zee zonder zwemvest , vanaf de zijkant van de brug, toen de trawler kapseisde.
Ik zwom meteen naar het vlot en had geluk dat ik ongeveer 20 yards van het vlot boven kwam en ik klom samen met de stuurman aan boord van het vlot
Schipper Garner voegde er aan toe dat drie man nog beneden in de hutten op het achterschip waren en nog een in het voorin. Zij vonden de dood, samen met een ander lid van de bemanning die voor onze ogen verdronk, toen hij probeerde te ontsnappen aan de zinkende trawler..
Het kapseizen duurde slechts twee minuten, nadat het schip door deze twee hoge stortzeeën was getroffen.
Zij bleef nog drijven, al hoewel enige tijd onderste boven.
Het was toen rond 08.30 uur.
Gered door een Poolse logger
De kwelling voor de overlevenden was nog niet over.
De overlevenden van de schipbreuk konden de gekapseisde trawler bij hen in de omgeving zien drijven, toen zij zorgwekkend rond dobberden op het open reddingvlot, in de huizen hoge golven.
Na ongeveer een uur te hebben rond gedreven, werden hun nood signalen opgemerkt door de Poolse logger Derkacz...., onder commando van schipper Ryszard Sleska, die lag te steken voor het stormachtige weer.
Eerbewijs aan hun redders.
Schipper Garner vertelde, ...De Poolse schipper toonde een staaltje van uitnemende zeemanschap.
De Derkacz leek rechtstreeks het vlot te overvaren en haar boeg kwam zo dicht bij ons, dat ik dacht dat wij het met de dood moesten bekopen.
Maar toen de logger slecht enkele meters van ons verwijderd was, draaide het schip naar stuurboord en ons vlot dobberde langszij van de logger.
De drenkelingen werden een voor een van het vlot afgehaald, ondanks de huizen hoge golven,
Toen de laatste man aan boord van de Derkacz was gehaald, tilde een hoge golf het rubberen vlot op en zette het op het voorschip van de Poolse logger.
Het was vier uur later voor de redding ten einde was en gedurende deze tijd zagen zij de laatste momenten van de Artic Viking.
Om rond 12.30 uur tilde de Artic Viking haar boeg in de lucht en slipte zij weg onder de golven, voor de tweede en laatste keer.
De laatste rustplaats van de Artic Viking en haar vijf bemanningsleden is ongeveer op
54. Noord en 00.10 Oost.
Schipper Garner vertelt verder......
Toen wij eenmaal aan boord waren, konden de Polen niet genoeg doen om ons tevreden te stellen.
Zij stelden voor dat wij hun kooien zouden gebruiken en sommige van hen sliepen op de vloer van het dagverblijf, zodat wij konden rusten.
En zij brachten ons hun beste kleding waarmee zij de wal opgingen en wij moesten deze kleding aantrekken.
De storm woedde nog steeds voort en de Derkacz moest weer gaan liggen steken,
Omdat het Poolse redding schip in het midden van de storm was aanbeland, was het onmogelijk om van koers te veranderen en naar een opperte te stomen.
Hierdoor ontstond een kwellend oponthoud voor de nabestaanden van de Artic Viking om informatie te horen over overlevenden.
In feiten was het niet eerder, dan tot dat de Derkacz de Humber binnen liep, bijna twee dagen na de tragedie, dat er bevestiging kon worden verkregen over wie gered was en wie het leven hadden gelaten, bij de ondergang van de Artic Viking.
Uiteindelijk, overtuigden enkele van de minder vermoeide mannen van de Artic Viking bemanning hun redders, om hen te helpen, terwijl zij hun hun slaap wachten hadden.
De Derlacz had een bemanning van 17 koppen aan boord en met de 14 overlevenden zaten zij wel op elkaar gepakt.
Het 158 ton Poolse vissersvaartuig Derkacz, waarvan de schipper en bemanning de 14 overlevenden van de Arctic Viking redde, viste op haring en had als thuishaven Stettin en op het moment van de redding was zij al twee maanden op zee.
Haar vangst en dat van andere soort gelijke schepen, werden overgebracht naar een moeder schip.
Op vrijdag 20 Oktober 1961, stoomde de Poolse Derkacz langzaam de Humber op en bereikte Hull rond de middag, met haar nationale vlag halfstok op het achterschip.
De Derklacz ankerde eerst op de Humber bij de Minerva Pier en stoomde vervolgens langzaam naar een positie dwars van Riversite Quay, waar de loodskotter A.J.E. Snowdon naar buiten kwam en in twee tochten, 7 mensen van de overlevenden aan wal bracht. Zij waren allemaal gezond en voelden zich goed, ofschoon zij nog steeds te lijden hadden van de gevolgen van de doorstane beproeving.
Aan boord van de Poolse Derkacz, toen zij eenmaal in Hull was, besteedde Dhr, Tom Boyd, DSC. directeur van het eigen visserij bedrijf en voorzitter van de Hullse Rederijen Vereniging, eerbetoon aan de redders.
Tegen de geredde mensen zei hij........
Deze Poolse visserlui hebben aan jullie de broederschap van de zee getoond.
Het is jammer dat de politici in de wereld, zich niet kunnen verenigen in een
soort gelijke broederschap.
Op verzoek van Dhr, Boyd werd een minuut stilte betracht als eerbewijs aan de overledenen van de ramp.
Dhr. Boyd sprak vervolgens tot de Polen.
Uit naam van de Boyd Lijn, wil ik jullie danken voor het redden van de levens van
deze mannen.
Vervolgens overhandigde hij Schipper Ryszard Sleska van de Derkacz een
verrekijker en vroeg om drie hoera's voor de Poolse schipper.
Zijn laatste woorden tegen Polen waren.... U en Uw bemanningsleden zijn
verdomd goede kerels.
De Polen konden maar gebrekkig Engels spreken, maar bij de interviews werden zij bijgestaan door een trawlerman uit Fleetwood, Joe Dobson, die van Poolse afkomst was en die een deel van zijn wal verlof tussen de twee reizen opofferde,om als tolk te fungeren.
De schipper en de andere officieren werden een receptie aangeboden namens de gemeente Hull in het stadhuis, op zaterdag 21 Oktober, waar de burgemeester aan schipper Sleska een plaquette overhandigde met het wapenschild van de stad en hem een cadeau voor zijn vrouw overhandigde.
Dhr. Boyd op zijn beurt gaf de schipper en de stuurman van de Derkacz een gouden horloge en ieder lid van de Poolse bemanning en zilveren sigaretten koker.
De verliezen op deze fatale dag waren:
2e Machinist Edward Kent 38 jaar
Bootsman Arthur Waddy 47 jaar
Matroos Dennis Lound 29 jaar
Matroos J. Robinson 22 jaar
Tremmer D.A. Craft
Zoals altijd, waren er ook trieste opmerkingen bij deze tragedie.
Edward Kent had een paar dagen eerder de zesde verjaardag gevierd van zijn huwelijk en had zijn vrouw een groot boeket chrysanten gestuurd met een kaart waarop geschreven stond.... Maak je geen zorgen, we toosten er op, als ik thuis ben.
Arthur Waddy had reeds 26 jaar op zee doorgebracht, waarin hij drie torpedo aanvallen had overleefd tijdens de oorlog en had 10 dagen doorgebracht in een open boot, alvorens te worden gered.
Hij had 5 kinderen van 15 tot 3 jaar oud en hij zorgde er altijd voor dat er doos met fruit werd bezorgd op hun verjaardagen.
Mevr. Craft hoorde eerst het nieuws van de tragedie op het middag nieuwsbericht van de BBC en vijf uur later hoorde zij dat haar man een van de vermisten was.
Het echtpaar had drie kinderen, een tweeling van 11 jaar en een zoon van 5 jaar oud.
En op de laatste en fatale reis had matroos Dennis Lound zich de verjaardag herinnerd van zijn vier jarige dochter en had haar een telegram gestuurd.
(10)functie van volmatroos die de wacht had tijdens het vissen van het schip of als verantwoord persoon tijdens normale zeewachten, zoals de stuurman en de 2e man.
Wordt vervolgd
Vreemdeling
Volgende >>
...terug
...home
Geplaatst op 11-08-2014 en 1550 keer gelezen
Like dit 887 Liked